November 1958 merkt Josette Gröning dat haar man binnen kort
tijd sterk vermagert. Dr. Pierre
Grobon,, een bevriend arts uit Parijs, dringt erop aan om zich direct te laten
onderzoeken. Maar al voor hij naar Parijs vertrekt zegt Bruno Gröning tegen zijn
vrouw dat niemand hem kan helpen. Hij weet wat er zich in zijn lichaam
afspeelt.
Naar aanleiding van röntgenfoto’s stelt Dr. Grobon de
diagnose maagkanker in vergevorderd stadium Hij wil direct opereren, maar Bruno
Gröning weert dat af omdat hij nog dringend in Duitsland te doen heeft die hij
boven zijn eigen gezondheid stelt. Zijn volledig normale bloedbeeld klopt
zeldzamerwijze totaal niet met de diagnose, waardoor de arts het de Grönings
toestaat nog een week naar Duitsland te gaan. Josette kan aan haar man op de
terugreis niet merken dat hij uitgeput noch dat hij teneergedrukt is. Bruno
Gröning rijdt zelf en bij een tussenstop bij vrienden eet hij met grote trek.
Tijdens de volgende dagen bereidt hij de Kerstvieringen van
de gemeenschappen voor. Op 4 december spreekt hij een band in, die elke viering
afgespeeld moet worden. In deze laatste voordracht legt hij nog eens de
beginselen van zijn leer uit er verontschuldigt zich er meermaals voor dat hij
ondanks zijn vaste toezegging niet kan verschijnen. Behalve Erich Pelz, die hij
met de band naar de vrienden stuurt, weet niemand iets van zijn toestand.
Aan
hem laat hij de röntgenfoto van zijn maag zien waarop een kleine en een grote
zwarte plek zijn te zien en zegt dat de kleine plek het slechte is wat hij van
de mensen afneemt. Dat is niet erg, dat zou hij weer vlug kwijt zijn. Maar die
grote, dat was het slechte van de mensen, het genezingsverbod en de daarmee
verbonden gang van zaken. En dat zou door mensenhanden weer verwijderd moeten
worden.
Daarna rijdt hij met Josette weer naar Parijs naar de
Clinique Henner. Dr. Grobon heeft de daar werkzame kankerspecialist Dr.
Bellanger geïnformeerd, die Bruno Gröning op 8 december zal opereren. Maar bij
het openen van zijn maag ziet het er nog veel slechter uit dan de artsen
vermoed hadden. Het ziet eruit als was de maag verteerd. In dit stadium is geen
operatie meer mogelijk en de artsen sluiten de wond weer direct. Het is niet te
begrijpen dat Bruno Gröning verder een goede eetlust heeft, terwijl patiënten met
een soortgelijke diagnose ieder voedsel uitbraken.
Enkele dagen later staat hij alweer op en verrast de artsen
met gymnastiek en oefeningen. Hij moest het verplegend personeel moed inspreken
en ook nu verliest hij zijn humor niet.
Korte tijd na de operatie rijdt hij met Josette weer terug
naar Plochingen en zit hij ook deze reis weer zelf achter het stuur. Kerstmis
brengt hij thuis door.
Midden januari 1959 komt hij met de voorzitters van de nieuwe
vereniging, Pelz en Loy, bijeen en bespreekt de verdere opbouw van de
gemeenschappen met hen. Beiden hebben ze geen vermoeden dat ze Bruno Gröning
nooit meer zullen zien en begrijpen de ernst niet waarmee hij hen op
verschillende dingen wijst. Hij geeft zich drie dagen lang, met alle geduld de
moeite hun duidelijk te maken hoe hij wil hoe het werk wordt geleid; hij stoot
echter op onbegrip. Tenslotte laat hij alles aan ze over en schikt zich in het
noodlot nu alles te moeten loslaten wat hij in zijn leven heeft opgebouwd.
Op 21 januari 1959 vliegt hij weer naar Parijs. Eén dag later
wordt er om negen uur ’s morgens weer geopereerd. Vanwege een darmafsluiting is
er een nieuwe ingreep nodig. Op hetzelfde uur wordt er in het Paleis van
Justitie in München de behandeling van beroep in cassatie weer geopend. De Parijse
artsen leggen zich erbij neer: het ziet eruit of de buikholte verbrand is. De
volgende dagen heeft Bruno Gröning volledig normale temperatuur, normale pols-
en bloeddruk. Hij staat nog twee keer kort op en verliest dan op 25 januari
zijn bewustzijn. De volgende nacht worden de eerste tekenen van de naderende
dood zichtbaar.
Op 26 januari 1959 om 13.46 uur sterft Bruno Gröning op 52
jarige leeftijd in Parijs.
Dr. Bellanger kan dat, wat hij bij Bruno Gröning heeft
gezien, niet als kanker identificeren, schrijft dat echter wel in de
overlijdensverklaring omdat ‘dood door onbekende oorzaak’ alleen maar
aanleiding zou geven voor verder geklets.
Bruno Grönings lichaam wordt voor een gemakkelijker overtocht naar
Duitsland gecremeerd en in Dillenburg bijgezet.
Het geval Gröning lijkt hiermee voorgoed voorbij.
‘De mens,
hij komt en
vergaat,
zoals de
bloemen,
zoals de
bomen,
zoals de
struiken,
Het een
wordt door het andere afgelost..
Nu houdt u
wacht op deze aarde. (…..)
Van tijd
tot tijd wordt men afgelost – ik ook .”