donderdag 24 december 2015

Fragmenten uit kersttoespraak van Bruno Gröning






'Ik weet dat de mensen het als iets vanzelfsprekends hebben aangenomen. Het is nu eenmaal Kerstfeest en dan worden er mooie Kerstliederen gezongen.

Jullie denken ook aan cadeaus van jullie naaste familieleden en dat jullie er ook op rekenen dat jullie ook cadeaus zullen krijgen. Ik weet, dat je je gelukkig voelt dat je ook een gever bent, dat je je naasten met aardse cadeaus gelukkig gaat maken.

Wel, mijn lieve vrienden, wij mogen het geheel, het grote, het Goddelijke niet onderschatten. God heeft ons meer dan alleen een aards geschenk gegeven. En daarom moeten wij weten wat God voor ons is, en wat wij voor Hem zijn. Wel, het geschenk dat God ons heeft gegeven - ik zou ook kunnen zeggen dat het ook een puur aards geschenk is -  is dat Hij ons zijn Zoon stuurde, die ons de weg heeft gewezen die wij tijdens ons bestaan op aarde  hebben te gaan.

Hij heeft ons een grote levenstaak gegeven. Hij heeft ons zoveel in ons aardse leven ingebracht, dat we het allemaal zelf, ook als individu gezien, in praktijk moeten brengen. Dat is onze weg, mijn lieve vrienden, en geen andere!

Ik weet dat jullie nu zullen zeggen: “Ja, hoe moet je dat dan doen?” Het hoe hoef ik jullie vandaag niet te herhalen; ik heb het jullie al zo vaak laten weten welke weg we moeten gaan, op welke weg we ons bevinden, want dat zou toch iedereen zelf moeten voelen, want vele vrienden van onze vriendenkring hebben het goede gevoel dat ze weer echt een levensblij en positief mens zijn. Ze zijn tot de overtuiging gekomen dat het leven dat zij tot dan toe leidden toch niet het juiste was, en dat ze zich nooit zo goed voelden als nu, nu ze goede woorden horen en nu ze deze goede woorden ook ter harte hebben genomen, in zich opgenomen hebben en ook alles deden wat ze aan zichzelf en ook aan hun naasten verschuldigd waren.

 Ik moet het herhaaldelijk zeggen:” Hij zond Zijn Zoon!” En Hij werkte door Hem. En Hij wees ons door Christus de weg! Hij heeft ons toch meer dan slechts een aards geschenk gegeven! Het is een persoonlijk cadeau. Natuurlijk verwacht God van ons werkelijk dat wij dit, Zijn geschenk, in ons opnemen. En ik vraag jullie nu: “Hebben jullie het niet nodig?” Of geloven jullie nog niet in de Goddelijke orde? Of misschien geloven jullie dat er zelfs bij God de wanorde heerst? 

En nogmaals, lieve vrienden, wens ik jullie alle liefs en goeds. Beleef deze viering precies zo, zoals ieder mens deze zou moeten beleven en ik wens ook hetzelfde, zoals het Gods wil is, dat het ieder mens goed gaat op deze, Zijn aarde.'


Op de band ingesproken in 1957