zaterdag 31 januari 2015

Zit het met erfelijkheid heel anders dan we dachten?


Marianne Rots hoogleraar moleculaire epigenetica aan het Universitair Medisch Centrum Groningen over erfelijkheid:


Ze spreekt over een concert van onze genen. Die staan niet alleen aan of uit, maar kunnen ook luid schreeuwen of juist fluisteren. .

´In 2000 was er de ‘schets van het boek des levens’. Voor het eerst was de volgorde van ons hele DNA beschreven. De hoop was om de posities in het genoom te vinden die ziektes zoals kanker en diabetes voorspellen. Dat kan door het DNA van patiëntengroepen te vergelijken met het DNA van mensen die die ziekte niet hebben.
Maar dergelijke ‘markers’ voor erfelijke aanleg terugvinden in het genoom lukte niet goed. Dus was de vraag: waren ze er niet, of keken we niet goed?”
Er speelt ook iets anders. Van dat hele genoom bleek uiteindelijk maar 1,2 procent de blauwdruk te zijn met de codes voor eiwitten. Dat is maar een heel klein stukje van die drie miljard bouwstenen die ons DNA bevat. In de rest van het DNA zitten allerlei regulerende mechanismen.
Op het hele genoom zitten wat ik maar even vlaggetjes noem, die signaleren of een gen aan of uit moet, en ook of het harder of zachter moet ‘werken’.
Je genen-set is waarmee je geboren wordt, maar allerlei omgevingsfactoren beïnvloeden welke genen harder of zachter aanstaan. Daar gaat wel eens iets mis, en dat kan resulteren in ziekten zoals kanker.
Bij mannen die voor hun veertiende hebben gerookt, bijvoorbeeld, verandert er iets aan hun erfelijk materiaal, wat ze later kunnen doorgeven aan hun kinderen. Maar de nadruk ligt steeds op nadelige effecten die doorgegeven worden, je kunt veranderingen ook zelf terugdraaien.´

Tot zover de Paradiso lezing in mei 2013 van Prof. Dr. Marianne Rots over epigenetica.


63 jaar eerder zei Bruno Gröning in eenvoudige bewoordingen over erfelijkheid:


´Als u de een of andere aandoening heeft, dan stelt u zich voor of u verbeeldt zich dat u de een of andere ziekte zou hebben. Ik zou u dat haarfijn kunnen verklaren, maar het neemt te veel tijd in beslag.

Een feit is dat u uzelf de ziekte suggereert en hiervan dan niet meer loskomt. De mens fotografeert met zijn ogen, hij is een fototoestel dat deze beelden in een archief vastlegt. De mens is zo goed geschakeld, heel natuurlijk, dat wat hij jaren geleden gezien heeft, zich weer voor de geest kan halen. U heeft hetzelfde beeld weer voor ogen. U heeft het immers gefotografeerd en het blijft als u daar waarde aan hecht; als dat niet zo is, of als de geest zwak is, dan kan het voor altijd verdwijnen, dan is de centrale niet in orde, waardoor het toestel het niet zo precies kan opnemen.

En nu gebeurt er iets. Moeder heeft een maag- en darmkwaal gehad. Ze heeft over deze of een andere pijn bij haar kinderen geklaagd. Ja, ze sterft, sterven moeten wij mensen allemaal, ik ook. Het ene kind groeit op en krijgt ook pijn, ineens maag- en darmpijn. Doodsoorzaak van de moeder volgens de overlijdensakte, was kanker! Het kind groeit op: “Datzelfde, dat had  moeder, dat heb ik ook, moeder is aan kanker gestorven, dan zal ik dat ook hebben”. Het is nog niet eens kanker, maar hij schakelt op dit orgaan, schakelt op ziekte. Als hij nu van deze gedachte niet loskomt, dan krijgt hij werkelijk kanker, omdat het orgaan immers vanuit de centrale, vanuit het achterhoofd, waar alle zenuwbundels door het lichaam trekken, aangesproken wordt. Hij schakelt op de maag, vanzelfsprekend gaat dat erdoor, legt zich op dit orgaan, hij schakelt kanker. Het orgaan wordt daarop geschakeld, de zenuw werkt niet meer, er is geen leven mee in, er ontstaat een knagen - de kanker knaagt immers ook, daarom heet het kanker* (*Kanker - Krebs - Cancer = kreeft) - en het knaagt en het gebeurt inderdaad, er ontstaat kanker.´

 1950 –31 aug. bij Enderlin te München. 

woensdag 28 januari 2015

Bruno Gröning: ´ Er bestaan geen wonderen, er bestaat alleen een verwonderen´.







Fragmenten uit toespraken van Bruno Gröning uit 1950.

Het is geen hypnose, hypnose maakt de mensen dom.


Velen zeggen: wat Gröning doet, kan alleen maar hypnose zijn. Bij een massa-genezing is het meestal hypnose. Anderzijds zegt men dat het suggestie zou zijn. Oh nee, ik suggereer geen enkel mens iets. Ik maak ook geen enkel mens dom, want door hypnose wordt de mens dom gemaakt. Het is immers zo dat de mens in een hypnotische toestand leeft, dat heb ik geweten als klein kind. Satan heeft de mens in een dergelijke toestand gebracht, zodat hij niet meer deze ware goddelijke weg vindt. En ik maak deze brug open die hij afgesloten heeft en deze brug is klaar, zodat u daarboven op de goddelijke weg komt. De zieke staat onder mijn bescherming, de zieke staat onder goddelijke bescherming voor zover hij hulp en genezing wil hebben.
En suggestie is ook juist, maar niet zo dat ik de mens iets opleg. Nee, de mens is zo misvormd dat hij bij zichzelf suggestie toepast. Als u de een of  andere aandoening heeft, dan stelt u zich voor of u verbeeldt zich dat u deze of gene ziekte zou hebben. Ik zou u dat haarfijn kunnen verklaren, maar het neemt te veel tijd in beslag. Een feit is dat u uzelf de ziekte suggereert en hiervan dan niet meer loskomt. De mens fotografeert met zijn ogen, hij is een fototoestel dat deze beelden in een archief vastlegt. De mens is zo goed ingesteld, heel natuurlijk, dat wat hij jaren geleden gezien heeft, zich weer voor de geest kan halen. U heeft hetzelfde beeld weer voor ogen. U heeft het immers gefotografeerd en het blijft als u daar waarde aan hecht; als dat niet zo is, of als de geest zwak is, dan kan het voor altijd verdwijnen, dan is de centrale niet in orde, waardoor het toestel het niet zo precies kan opnemen.

1950 –31 aug. bij Enderlin te München.

Er bestaan geen wonderen, er bestaat alleen een verwonderen.


Ik geloof met stelligheid te zeggen dat u mij al uw zorgen, al uw lijden overdraagt. Ja, ook zorgen. Hoe ik hiermee klaar kom, is mijn zaak! Ik heb al zo veel opgenomen en ik kan er nog meer bij nemen. Het komt ook vaak zo sterk dat u, als u tot nu toe geen pijn had, pijn krijgt. Niet dat de mensen onder hypnose gebracht worden. U bent allen al onder hypnose, omdat u het menselijke instinct verloren heeft. Mensen die zwaar ziek zijn, misschien vanaf de geboorte, kan het zo sterk aangrijpen dat ze flauwvallen. Ik heb al veel gevallen gehad, waar daadwerkelijk alles stilstond, ook de onrust, het hart. Maar de omslag komt! Dat geeft een schok, een siddering, dan installeert zich het nieuwe. Het werkt, maar niet eer ik het aanpak. Hoofdzaak is, dat u daarna gezond wordt. Maar het is geen hypnotische toestand, nee! Mag ik vragen wie pijn heeft? Wat is nu in uw lichaam?
Net zoals wij van wonderen spreken. De mens zegt altijd, het is een wonder. Nee er bestaan geen wonderen, er bestaat alleen een verwonderen. En alles wat u nu ondergaat, vat dat alstublieft niet als een wonder op. Verwondert u zich alstublieft nog een beetje, dat hindert niet.

1950 - 4 sept.  bij Enderlin te München



Hypnose


Hypnose is het kwade. Dat mag de mens nooit aanwenden. Ik oefen geen suggestie uit, iedereen heeft de vrije wil. Overtuigt u zich van alles zelf aan uw eigen lichaam!

Bruno Gröning 

donderdag 22 januari 2015

Wonderbaarlijke gebeurtenissen rondom Bruno Grönings overlijden


Verslag van Anneliese Bollack over Bruno Grönings overlijden, 'Heimgang' zoals ze dat zo mooi in Duitsland zeggen.


Lieve vrienden,

Omdat de gebeurtenissen rondom het overlijden van onze vriend en leermeester Bruno Gröning tot op de dag van vandaag voor mij niet te vatten zijn, heb er nog nooit over geschreven. Misschien verging het andere vrienden net zo. Toch denk ik dat we de plicht hebben om het te vertellen. Als wij het nu nog niet begrijpen kunnen wat er toen gebeurde, kunnen de mensen die na ons komen, het misschien wel begrijpen.

Het was op 26 januari 1958 ’s middags om 13.00 uur toen het bij mij begon. Ineens kon ik niet meer zitten. Mijn hele lichaam deed pijn. Ik heb alles gedaan om het kwijt te raken zoals ik het in de voorgaande jaren geleerd had. Zoals u weet uit mijn verslagen, ging het bij mij om een aandoening in mijn hoofd. Aan mijn lichaam heb ik nooit iets gehad, dat was altijd vrij gebleven. Wel op deze 26e januari deed mijn hele lichaam zeer, niet alleen mijn hoofd. De pijn straalde van de nieren uit naar het hele lichaam. Van ellende ging ik naar bed, maar ook dat hielp niet. Ik kon niet liggen, zitten en ook niet staan. Ik stuiterde in het bed als een waanzinnige. Mijn man weet dat ik niet kleinzerig ben. Toen hij mijn nood zag kwam hij aan het bed en hield mijn hand vast. Dat gaf mij kracht en rust en ik vertelde hem wat ik had en dat ik het niet kon begrijpen.

Even voor 14.00 uur viel alles van mij af, en ik was weer helemaal vrij, kon weer opstaan en mijn werk doen. Het liet mij echter niet los, want ik begreep niet wat er gebeurd was en besloot naar mijn toenmalige gemeenschapsleidster Doris Puchalka te gaan om het haar te vertellen. Misschien had zij er een verklaring voor.

De volgende dag ging rond 2 uur naar haar toe. Ik vertelde wat ik de dag daarvoor meegemaakt had. Ze zei: ‘moet je nagaan Anneliese, ik had op dezelfde tijd ook een een ervaring met Bruno. Ze was ook privé bevriend met mijnheer Gröning en had veel meer menselijk contact met hem dan ik. Ze bezocht hem vaak in haar huis in Plochingen en was ook veel met hem op reis. Dit moet men weten om het meegemaakte te begrijpen.


Kort na enen was ze op de bank gaan liggen en erover nagedacht wat voor bloemen ze zou kopen als weer naar mijnheer Bruno zou gaan. Waarschijnlijk was ze in slaap gevallen en plotseling hoorde ze Bruno’s stem, die zei: ter verwelkoming mimosa en dan blauwe en rode anjers.’ 




Bruno was steeds groter geworden en steeds verder weggegaan tot hij helemaal bovenaan het plafond was; toen had hij zijn vinger opgestoken en een gebaar gemaakt zoals je bij een kind doet van: pas op, niet doen!
En toen was hij weg en zij werd weer wakker en toen was het kwart voor twee. We verbaasden ons nog over de blauwe anjers, geen van ons had tot dan toe blauwe anjers gezien.

Ik heb nog wat gemopperd want ik vond haar ervaring veel mooier dan de mijne. Wie vergaat er graag van de pijn? Bruno zien en hem horen spreken, dat is wat anders, dat had ik ook graag meegemaakt. Maar het hield mevrouw Puschalka erg bezig dat hij zijn vinger opgestoken had en wat hij daarmee bedoelde.

Ze liet mij een artikel zien uit de Bildzeitung waarin stond dat Bruno in een ziekenhuis in Parijs was. Maar wij geloofden het niet. Mevrouw Puschalka was met de kerst nog bij mijnheer Gröning thuis geweest en bij ons had hij in november een voordracht gehouden. Wij geloofden er dus geen woord van.

Opeens ging de telefoon. Die stond in de werkkamer en mevrouw Puschalka liep erheen. Opeens hoorde ik dat ze met mevrouw Gröning sprak. Ik liep er gelijk heen, want ik dacht iets van Bruno te horen. Dat was ook zo. Mevrouw Puschalke begroette haar heel enthousiast, toen ik echter in de deur stond zag ik gelijk aan haar gezicht, dat kleurloos was en en heel lang en smal werd: er is iets mis. Toen begon ze ook te huilen. Het was een kort gesprek. Ik begeleidde haar naar de woonkamer, en daar vertelde ze me: mevrouw Gröning had haar uit Parijs gebeld om haar mee te delen dat Bruno Gröning gistermiddag om kwart voor twee overleden was. Ze wilde niet dat Doris het uit de kranten te weten zou komen, vandaar dat ze belde.

Alleen wie weet wat Bruno Gröning voor ons was, kan bevatten wat dat voor ons betekende. Ik had haar wel gehoord, maar nog niet begrepen. Ook had mijn handen vol aan mevrouw Puchalka. Voor mij was het ook veel eenvoudiger, mijn verbinding was, op een enkele uitzondering na, op geestelijk gebied verplaatst, en dat ging verder, er was geen scheiding, dat had ik van hem geleerd, en daar geloofde ik in en dat gaf me steun. Wat er na het telefoontje gebeurde kun je niet beschrijven. Later lijkt het een droom. Ik herinner me het weer toen mevrouw Puschalka zei: ‘Ik ben  zo blij dat je bij me bent. Eigenlijk is het vandaag onze dag niet en het is de eerste keer dat je onverwacht gekomen bent.’ Toen stelden we vast dat onze ervaringen op het moment van Bruno’s overlijden plaatsvonden.
We realiseerden ons: deze gebeurtenissen hebben een bedoeling, alleen welke bedoeling ze hadden, zagen wij helaas niet.

Voor de rouwplechtigheid gingen we naar Plochingen. Doris kwam aan met rode en blauwe anjers. Ik was sprakeloos. Ze vertelde me dat ze naar de bloemenwinkel was gegaan en daar had ze de blauwe anjers gezien. De verkoopster had gezegd dat het een nieuw soort was.

Dus had ze mevrouw Gröning mimosa gekocht en voor Bruno rode en blauwe anjers, zoals hij het gewenst had. Iedereen was verbaasd over de blauwe anjers, des te meer toen ze hoorden dat Bruno het gezegd had.

Ik vertelde de vrienden ook mijn ervaring, hoewel die niet zo mooi, maar ook belangrijk was omdat het in het uur van het overlijden van Bruno Gröning gebeurde en het de eigenlijke aanleiding was dat ik bij mijn vriendin en gemeenschapsleidster Doris Puschalka was toen zij het bericht van zijn overlijden ontving.

Toen vertelde alle vrienden hun belevenissen. Iedereen had ten tijde van zijn overlijden iets meegemaakt. Iedereen wat anders. Het werd ons duidelijk dat zijn woorden ‘Ik ben hier en overal tegelijk’ waar zijn.

Zo kan ik mij herinneren dat mevrouw Anny Ebner von Eschenbach ook een ervaring had. Na de rouwdienst in de kerk zijn we met de urn naar de begraafplaats gegaan. Daar zij Anny Ebner von Eschenbach dat Bruno ons liet weten dat hij nog steeds bij ons was, meer dan ooit en dat alles verder gaat. Misschien herinneren de vrienden die erbij waren het zich nog. Ze heeft het ons toen nog in kleine kring verteld, hoe ze aan die boodschap kwam. Nu acht ik mij niet gerechtigd dit hier te vertellen. Mevrouw Gröning  heeft ons later tijdens een gesprek gezegd dat bij bijna alle vrienden iets ongewoons was gebeurd ten tijde van Bruno’s overlijden.



Wat zegt Bruno Gröning zelf over zijn overlijden?‘Aan dit lichaam wat God mij schonk ben ik gebonden. Als ik het op een dag verlaat, zal dat het mooiste uur van mijn van leven zijn, dan ben ik vrij en hier en overal tegelijk.'

woensdag 21 januari 2015

Ik ben...


Op een dag vroeg een vrouw aan God:
”Wie bent U God?”
God antwoordde: “Ik Ben.”
 “Maar wie is: ”Ik Ben,” vroeg ze.
En Hij antwoordde:
“Ik Ben Liefde, Ik Ben Vrede,
Ik Ben Genade, Ik Ben Vreugde,
Ik Ben de Weg, de Waarheid
en het Leven,
Ik Ben de Trooster, Ik Ben Kracht
Ik Ben de Schepper,
Ik ben het Begin en het Einde,
Ik Ben de Allerhoogste.”
De vrouw keek met tranen in haar ogen naar boven....
 “Ik begrijp nu wie U bent,
maar God....wie ben ik? ”
En God zei vol zei vol Liefde :
 “Jij bent van Mij.”


Gedicht over de Naam van God, wie  Hij voor ons mensen wil zijn.
De betekenis van Die naam in ons leven. Hij lijkt soms zo ver weg, zo onbereikbaar.
Maar God zegt dan: Ik ga met je mee in jouw ziele pijn en verdriet.
Hij lost niet onze wereldse problemen op: daarvoor hebben wij ons verstand en  onze vrije wil gekregen. 
Maar Hij laat ons niet in de steek, Hij is altijd aanwezig.


maandag 19 januari 2015

Vrijheid vraagt een keuze



Vrijheid: het is naast de liefde het grootste
geschenk dat wij ooit mochten ontvangen.
Vrijheid maakt het mogelijk trouw aan onszelf
te zijn en ons ieder te ontwikkelen op de manier
die bij ons en bij onze levensopdracht past.

Vrijheid moet behoed en gekoesterd worden,
zowel in het groot - op (inter) nationaal vlak-
als in het klein. Geef niet alleen jezelf de vrijheid,
maar ook de ander, zelfs als hij anders denkt,
anders gelooft en anders in het leven staat.

Vrijheid is een groot geschenk dat de engelen
vol vertrouwen in onze handen leggen. Want,
zo weten zij, alleen dankzij dit geschenk kunnen
wij mensen de weg naar binnen gaan, inzicht
krijgen in onszelf en werken aan onszelf.
Vrijheid maakt geestelijke groei mogelijk.

Vol spanning kijken de engelen toe: hoe zullen
de mensen dit grote geschenk gaan gebruiken?
Zullen zij de vrijheid alleen maar voor zichzelf
opeisen, zonder die ook een ander te gunnen?

Tekening Soledad


Of zullen de mensen de vrijheid juist ervaren
als een mogelijkheid om dienstbaar te zijn
aan anderen, hen te helpen en bij te staan?

Zo gezien vraagt vrijheid om een keuze: gebruik
je dat geschenk alleen voor jezelf om je van niets
of niemand iets aan te hoeven trekken? Of zie je
dit geschenk als een mogelijkheid om anderen
anderen lief te hebben, te dienen en te steunen?
Omdat je weet: alleen zo kan ik geestelijk groeien.

Misbruiken wij dit geschenk en kiezen we alleen
voor ons eigen belang, zal er een oorlog van iedereen
tegen iedereen ontstaan: ik eis dit en jij eist dat.
Dat is geen ware, maar een egoïstische vrijheid.

Daarom komen we allen voor de vraag te staan:
hoe gebruik jij de vrijheid die jou gegeven werd?

Hans Stolp

januari 2015

zaterdag 17 januari 2015

Over mediums en openbaringen




Alfred Hosp:

"Op een gegeven moment werd het onderwerp "Spirituele openbaringen" aangesneden. Sommige aanwezigen vertelden wat ze in dit opzicht beleefd hadden, en dat er mensen zijn die zeggen dat ze helderziend zijn. Ze konden engelen zien, zelfs tot in de hemel kijken. De vraag werd aan Bruno Gröning gesteld of dat allemaal in orde is.

Hij antwoordde heel ernstig en heel stellig: "bij de meesten is het inbeelding. Ze denken iets te zien of te horen. Het meeste komt alleen voort uit hun verlangens, hun eigen denkbeelden of hun geldingsdrang. Op spiritueel gebied zijn er veel illusies, temeer omdat de meeste mediums niet weten wie zich werkelijk achter de zogenaamde  ‘hogere geesten’ verstoppen, waarvoor zij zich als medium uitgeven.

Bij de meesten betreft het echter vrij lage, zelfs boze geesten die zich in het lichaam van mensen van zwakke wil en zich van goedgelovige mensen bedienen om verwarring te zaaien.

De gevaren hiervan zijn echter, dat het - van een eerst onschuldige lijkend vreemd gedrag - kan leiden tot ernstige afhankelijkheid, waanzin, en uiteindelijk tot zelfmoord, daar zij dan niet meer heer en meester van hun gedachten en gevoelens zijn. 

Ik waarschuw u, beste vrienden, het kwaad loert altijd en overal, om de nieuwsgierige en degenen die nog meer willen weten van  de goddelijke manier af te brengen. Ze worden gelokt door fantastische openbaringen en beloften en worden misleid terwijl hem de waarheid, het natuurlijke, verborgen wordt gehouden."

Uit: Alfred Hosp : 'Kräfte des Geistes'

Bruno Gröning over occultisme






 Alfred Hosp:
'Voordat we leerlingen van Bruno Gröning werden, hadden wij heel veel boeken over zogenaamde spirituele verbanden gelezen. Er zaten de meest fantastische beweringen bij over vergane en toekomstige scheppingen van God evenals gedetailleerde beschrijvingen van omstandigheden in de buitenaardse rijken.
Andere literatuur beschreef de naderende ondergang van de wereld (anno 1950) in de zwartste bewoordingen, zodat een schier panische angst ijskoud over je rug kroop.
Al deze, vaak zeer spannend geschreven boeken, hadden ondanks hun fantasierijke beschrijvingen één ding gemeen: ze hielden zich hoofdzakelijk met occulte buitenaardse beschrijvingen bezig, maar gaven slechts in een enkel geval concrete aanwijzingen voor het welzijn en voorspoed van de mens. (…).
Toen ik Bruno Gröning er met een zekere trots op gewezen had dat we bekend waren met spirituele zaken, dat we al veel occulte boeken gelezen hadden, vroeg hij plots, zich van de domme houdend: ‘occult, wat is occultisme? Wat bedoel je?’
Ik was heel verbaasd over deze vraag en antwoordde uit de hoogte: ‘maar mijnheer Gröning, dat is toch de kennis van de spirituele geheime leer!’
Hij antwoordde bedachtzaam. Zo zo, geheime leer!  Bij God zijn er geen geheimen. Dat hebben alleen de mensen in hun arrogantie gezegd om gewichtig te doen.
Vergeet niet wat ik zeg: de tijd van geheimzinnigdoenerij is voorgoed voorbij.  Nu wordt in alle openheid gezegd wat de mens nodig heeft en wat God wil. De verbinding met Hem heeft ieder mens nodig.  Zonder uitzondering.'


Uit 'Kräfte des Geistes' van Alfred Hosp 

vrijdag 9 januari 2015

Het doel van het leven




Uit de toespraak van  Bruno Gröning  'De Mier':
'Ik weet dat het voor de mens van tegenwoordig erg moeilijk is, echt heel moeilijk, om mij te begrijpen.
Door de manier waarop u in het leven staat, kunt u er nu nog niets mee. Dat weet ik. En ook dat u zo het wereldse leven wordt ingetrokken, dat u zich vergeten, ja verlaten voelt, en nu niet meer weet wat met uzelf aan te vangen.
Mij begrijpen houdt voor ieder mens in dat hij eerst zichzelf begrijpt, dat hij weet wie hij is, en dat hij weet waarom hij zijn lichaam bezit. Met welk doel hij dit eigenlijk gekregen heeft voor dit leven - voor zijn leven op aarde.
Ik weet dat de 'gewone' mens, zoals ik hem nu eenmaal heb te noemen, niets meer weet. Hij moet eerlijk tegen zichzelf zijn en zeggen: "Ik weet, dat ik niets meer weet".

En niet zo tevreden zijn met u zelf. Want deze zelfingenomenheid toont dat hij een nogal misvormd en verwaand mens is, die niet kan geloven wie hij in werkelijkheid, in het licht van de waarheid, is.
Ik weet wat hij - de mens dus - niet kan begrijpen. Waar hij niets meer van weet, daar gelooft hij niet in! Liever betitelt hij dit alles, dus het hele Godgebeuren, als hocus pocus. Of hij zegt tegen zijn omgeving en ook tegen zichzelf: "wie gelooft dat nu? Dat zijn zaken, die zijn er nog nooit geweest, en die zullen er ook nooit zijn."

Maar nu, mijn lieve vrienden - ben ik de persoon die zich laat omgeven door meepraters die enkel zeggen: ‘ik ben je vriend?’ Nee!
Ik ga naar de mens die nu nog niet tot mijn vrienden hoort. Want ik heb hier niet zo maar een taak. Nee, ik moet voor elkaar krijgen dat het de mens duidelijk wordt wie hij in werkelijkheid, in 't licht van de waarheid is. En wat God met ieder mens voor heeft, ja voor ieder mens bepaald heeft.
Ik heb slechts als enige plicht om de mens het verloren gegane Goddelijke goed terug te geven, en hem naar de weg terug te voeren, waar hij vanaf gegaan is. Waar hij zich ook op het ogenblik op een dwaalweg bevindt, en niet meer weet waar de weg die voor hem, die voor iedere mens, voor elk levend wezen bestemd is.
Als de mens zou weten, over hoeveel kracht hij beschikt, en hoe hij die krachten, de Goddelijke kracht, voor zichzelf zou kunnen benutten, zou hij zeggen: "Nu ben ik in staat bomen uit de grond te rukken, zo'n grote kracht heb ik in mijn lichaam."
Wel, mijn lieve vrienden, vergelijkt u zichzelf toch eens met een mier. De mier is zich van zijn kracht bewust. De kracht, die de mier toch helemaal gegeven is door zijn overgave aan God; hij is in staat voorwerpen te dragen die meer dan vijf keer zo zwaar zijn als zijn eigen lichaam. Verplaatst u zich nu eens in deze situatie, en draag het vijfvoudige gewicht van uw lichaam. Dan zou u bij voorbaat zeggen: "dat is onmogelijk. Deze last kan ik niet dragen. Die is immers veel zwaarder dan mijn lichaam. Het is onmogelijk."
En wat is de mens daarentegen? Hoe ver is hij afgezakt? Wat weet de mens hier van de goddelijke kracht? Hij gelooft niet eens dat hij goddelijk is. Hij gelooft niet eens dat God hem geschapen heeft. Dat hij het werk van God is. En hij gelooft niet eens meer in datgene, ja al datgene wat tot de Ordening behoort.' 

Begin toespraak 5 oktober 1957 Karlsruhe

woensdag 7 januari 2015

Zelfacceptatie en eigenwaarde




Inspirerend artikel uit de Goed Nieuwsbrief

Allereerst wens ik u van harte een goed, gezond en gezegend 2015 toe. Dat dit jaar
ons veel moois mag brengen, niet alleen aards gezien, maar ook in geestelijk
opzicht. Want uiteindelijk is het de geestelijke betekenis van ons leven die ons
eeuwig geluk in het vooruitzicht stelt.
In een uitzending van ‘Hour of Power’ (4 januari jl.) vertelde een vader over zijn
dochter van elf, die op een dag niet meer naar school wilde, omdat ze niet goed
kon rekenen. Ze had zich innerlijk helemaal gericht op iets wat zij niet kon, waardoor de hele schoolgang negatief voor haar was geworden.
De vader ging in gesprek met zijn dochter en maakte haar duidelijk dat God
misschien andere plannen met haar heeft en dat het daarbij blijkbaar niet nodig is
om goed te kunnen rekenen. Dat ze moest vertrouwen op de talenten die God haar
had gegeven en dat ze hoe dan ook haar weg in het leven zou vinden. Hierdoor
werd haar fixatie opgeheven en kon ze vooral kijken naar wat wél goed ging in haar
leven. Bovendien groeide haar vertrouwen in God. Ze had er naderhand zelfs een
mooie tekst over geschreven.
De vader trok ook de vergelijking met een doolhof: soms slaan we de ene na de
andere doodlopende weg in en lijkt er geen uitweg te zijn. Maar in het midden van
een doolhof vind je meestal een verhoging die je overzicht over de doolhof biedt,
zodat je de juiste weg zult vinden.
Ik vond het ontroerend hoe deze vader met zijn dochter in gesprek was gegaan en
deze belangrijke levensles met haar had gedeeld.
We slaan allemaal wel eens doodlopende wegen in. Ons leven kan zelfs een
‘mislukking’ lijken en alles lijkt ons bij de handen af te breken. We kunnen ons dan
heel makkelijk laten verleiden tot zelfveroordeling: ‘Zie je wel, ik doe niets goed,
ik deug nergens voor. Mijn leven is een mislukking.’
Juist op die momenten is het belangrijk om even op zo’n verhoging te gaan staan.
Voor mij betekent het dat ik mij even in stilte terugtrek en mij door gebed met
God verbind. Even ‘uitzoomen’ in plaats van ingezoomd blijven op wat ik op dat
moment als een groot probleem zie. Als ik teveel inzoom, heb ik alleen oog voor de
dingen die niet goed zijn in mijn leven. Ik moet ook kunnen uitzoomen, zodat ik
oog blijf houden voor het grotere plan dat God met mij heeft.
Zo’n plan heeft God met een ieder van ons, ook al is het zo donker dat we geen
hand voor ogen zien. Juist op die momenten is het belangrijk stil te staan en ons
bewust met God te verbinden, dat wil zeggen: te verinnerlijken, in contact te
komen met die goddelijke vonk in ons hart.
We moeten geestelijk leren kijken in plaats van onszelf alleen maar op een
wereldse manier in ogenschouw nemen.
Onze manier van kijken is van groot belang voor hoe we het leven ervaren. Wat we
denken is meestal bepalend voor hoe we ons voelen. Daarom moet ons denken
vernieuwd worden.
Zo kan het heel waardevol zijn op een geestelijke manier naar een crisis in ons
leven te kijken. In plaats van alleen maar de ‘mislukking’ en het ‘falen’ te zien, is
het van doorslaggevende betekenis het juist te zien als een gedwongen stilstaan en
een uitnodiging anders in het leven te gaan staan. Want heel vaak moeten we
veranderen om werkelijk onszelf te blijven.
Bij crisis en mislukkingen komt onze eigenwaarde al snel op de tocht te staan. Het
maakt namelijk een levensgroot verschil of je mét of zónder eigenwaarde naar
jezelf, je leven en die zogenaamde mislukkingen kijkt.
Als ik weet dat God hoe dan ook een plan met mij heeft en dat ik door Hem word
liefgehad, geeft dat een heel ander gevoel dan wanneer ik mezelf blijf
veroordelen. God biedt altijd een uitweg. Het grote verlossingsplan heeft overal
een antwoord op, hoe donker ons leven er ook uitziet en hoe uitzichtloos het
allemaal ook lijkt.
Een crisis laat vaak zien dat ons leven een correctie nodig heeft. De door onszelf
opgebouwde wereld kan helemaal ineenstorten. Het leven zélf corrigeert ons dan.
Door de keuzes die we hebben gemaakt is er iets uit balans geraakt en de crisis is
daaruit voortgekomen. Het is een uitdaging de juiste balans terug te vinden. We
kunnen alles waar we waarde aan hechten verliezen.
Dat kan een correctie van ons handelen, maar ook van ons denken zijn. En soms
moeten we daarbij onze zoekgeraakte eigenwaarde weer opzoeken. We moeten
alle puinhopen in onszelf aan de kant schuiven om oog te krijgen voor wat echt
waardevol in ons is.
Onze waarde wordt niet bepaald door wat we doen en presteren, niet door wat we
bezitten en ook niet door hoe anderen over ons denken. Maatschappelijke status,
een mooi uiterlijk, een goede baan: geestelijk gezien doen ze er niet toe.
Oog krijgen voor die onvoorwaardelijke liefde daarentegen, kan ons letterlijk
boven de situatie uittillen.
Daarbij mogen we ook vertrouwen op de engelen die in ons leven zijn en die ons
heel subtiel begeleiden en de weg willen wijzen. Maar om hen te kunnen verstaan,
moeten we stil zijn.
Ik wens dat u allen met een positieve eigenwaarde het nieuwe jaar ingegaan bent
en dat u werkelijk openstaat voor de weg die God u wijst, hoe uw leven er op dit
moment ook uitziet. Heb vertrouwen, want Hij laat u nooit in de steek. Hoe
uitzichtloos een situatie ook mag lijken, Hij vindt een uitweg. God keert alle
dingen ten goede, ook onze zogenaamde mislukkingen en tekortkomingen.
We mogen onszelf accepteren, aanvaarden zoals we zijn mét onze beperkingen en
tekortkomingen. Want aan de wonden van de oester kunnen parels groeien…





donderdag 1 januari 2015

Nieuwjaarswens





Laat u zich ook in het komende jaar niet van uw trouw en van uw oprechte zoektocht naar de goddelijke weg naar kennis afbrengen.

Alleen wanneer wij allen zo gezamenlijk met respect van mens tot mens deze goddelijke weg samen gaan, kunnen wij het grote doel van de innerlijke en uiterlijke bevrijding van het kwaad bereiken.

Alleen dan kunnen wij baas over het geweld en de aanvallen van het kwaad worden.


Bruno Gröning t.g.v. Kerstfeest en jaarwisseling 1957/1958