Vóór alles waarschuw ik voor gedachten, voor het opnemen van gedachten. Het is nu eenmaal schadelijk om goede energieën, de goede kracht op te geven, om allemaal slechte gedachten aan te trekken, die immers slechts door die ene zender, de zender van Satan worden uitgezonden. De mens kwelt zich ermee en geeft de goede energieën ervoor op en zo neemt hij een slechte uitzending in zich op.
Als u nu voor een radio zou zitten en u zou een slechte uitzending van een zender horen, dat wil zeggen dat wat hij uitzendt niet goed is, dan zou u gedeprimeerd worden, u zou een vermoeid lichaam krijgen. U zou vaak tegen uzelf zeggen: ‘verschrikkelijk, ik ben helemaal onrustig geworden.'
En toch, u hebt waargenomen dat u alleen daardoor al door het kwaad gegrepen bent, dat u de rust verloren hebt en dat in plaats daarvan de onrust is opgekomen. U hebt daarna waargenomen dat uw lichaam niet meer in de orde, maar in de wanorde is en dat u in plaats van goede gedachten slechts slechte gedachten opneemt en dat het kwaad u hierdoor beetje bij beetje in zijn macht krijgt. U kunt, zoals u vaak zegt, niet meer slapen en uw lichaam wordt steeds zwakker en dan merkt u pas goed, waar het op aangesloten is, waar het de kwade gedachten opgenomen heeft en dat het gedwongen wordt meer kwade gedachten op te nemen, zolang het nog over energie beschikt.
Uit: de orde tegenover de wanorde, voorjaar 1956
Geen opmerkingen:
Een reactie posten