zondag 7 februari 2016

Hoogste tijd om aandacht aan je lichaam te schenken




'Vrienden, laten we er niet omheen draaien, het is de hoogste tijd dat je aan jezelf, aan je lichaam aandacht schenkt. En dat je nu werkelijk dat aan je lichaam geeft, wat niet ik, maar wat God ervoor bestemd heeft. Daartoe dienen deze bijeenkomsten. Daartoe heb ik dit werk in het leven geroepen.

Ik ben nog niet heel  lang op deze aarde, pas 52 jaar. Dat is toch helemaal niet lang, maar zoals gezegd, hoe de mensen toch vervallen zijn aan het satanische. Hoe ze nog eerder de satan dienen in plaats van het goede, in plaats van God zelf. Ze kennen de waarde niet meer van het zichzelf dienen, dienstbaar te zijn aan zichzelf en voor zichzelf, voor het eigen lichaam te zorgen, zodat ze met en door dit lichaam ook voor hun naasten kunnen zorgen. Dit alles  zijn de mensen vergeten.

Hoe is dit alles zo gekomen? Omdat hij zich afhankelijk van mensen opstelde. Vrienden, geloof mij, het is véél gemakkelijker om naar een te luisteren die weet wat de mensen tegenwoordig niet meer weten en naar Hem te luisteren die alles, ook ons, gemaakt heeft en dat is en blijft God, God zelf.

Maar als je naar mensen luistert, ja dan moet je wel de verkeerde weg inslaan, dan raak je in de war, dan ben je geen baas over jezelf meer, dan weet je niet wat goed of kwaad is, dan moet je wel ten prooi vallen aan de verzoeking. Dan moet het je wel slecht vergaan en dan krijg je het teken: ophouden, omkeren en nu de verkeerd gegane weg terug gaan en alles wat je tot nog toe deed omgekeerd te doen. (..)

Het is toch eenvoudig, in plaats van wat de macht der gewoonte werd om steeds maar weer naar mensen te luisteren, luister je nu nog maar naar een, naar God. Niet onder leiding van mensen staan, maar onder Gods leiding zijn en ook al het goede wat God voor ons bestemd heeft behartigen, dat betekent opnemen in het hart en vanuit het hart geven. En ook handelen met het hart. Ik weet dat de mens zich zorgen maakt en tobt als hij zelf al het mogelijke probeert om van het kwade vrij te worden.

Ik geef u een kleine nuchtere vergelijking: mijn kleding is vuil, er zit een vlek op, laten we een teervlek nemen. Of ik er nu water en zeep voor neem, of iets anders en wat ik ook allemaal probeer en ik erop wrijf, die vlek krijg ik er niet uit. Tenzij ik de vlek eruit knip, dan is er een gat in het kledingstuk. Waarom probeer ik van alles? Waarom ga ik niet naar de vakman? Zoals u het immers ook doet, en die moet u dan een reinigingsmiddel geven, of u laat het aan de vakman over en zegt: kom eens mee en verwijder die vlek. Hij doet dat. 

Maar de mens probeert eerst van alles en zodoende wordt zo’n kledingstuk: - maar een lichaam is geen kledingstuk - wordt zo’n kledingstuk bedorven.

Waarom proberen? En dat u daar nog steeds geen les uit hebt getrokken! Niet jullie alleen, maar alle mensen, daarover verbaas ik mij.'

Uit toespraak 4 okt '58  Oogstdankfeest in Springe

Geen opmerkingen:

Een reactie posten