zaterdag 17 januari 2015

Bruno Gröning over occultisme






 Alfred Hosp:
'Voordat we leerlingen van Bruno Gröning werden, hadden wij heel veel boeken over zogenaamde spirituele verbanden gelezen. Er zaten de meest fantastische beweringen bij over vergane en toekomstige scheppingen van God evenals gedetailleerde beschrijvingen van omstandigheden in de buitenaardse rijken.
Andere literatuur beschreef de naderende ondergang van de wereld (anno 1950) in de zwartste bewoordingen, zodat een schier panische angst ijskoud over je rug kroop.
Al deze, vaak zeer spannend geschreven boeken, hadden ondanks hun fantasierijke beschrijvingen één ding gemeen: ze hielden zich hoofdzakelijk met occulte buitenaardse beschrijvingen bezig, maar gaven slechts in een enkel geval concrete aanwijzingen voor het welzijn en voorspoed van de mens. (…).
Toen ik Bruno Gröning er met een zekere trots op gewezen had dat we bekend waren met spirituele zaken, dat we al veel occulte boeken gelezen hadden, vroeg hij plots, zich van de domme houdend: ‘occult, wat is occultisme? Wat bedoel je?’
Ik was heel verbaasd over deze vraag en antwoordde uit de hoogte: ‘maar mijnheer Gröning, dat is toch de kennis van de spirituele geheime leer!’
Hij antwoordde bedachtzaam. Zo zo, geheime leer!  Bij God zijn er geen geheimen. Dat hebben alleen de mensen in hun arrogantie gezegd om gewichtig te doen.
Vergeet niet wat ik zeg: de tijd van geheimzinnigdoenerij is voorgoed voorbij.  Nu wordt in alle openheid gezegd wat de mens nodig heeft en wat God wil. De verbinding met Hem heeft ieder mens nodig.  Zonder uitzondering.'


Uit 'Kräfte des Geistes' van Alfred Hosp 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten